Gesprek met Alexander Pechtold over leiderschap
Natuurlijk is het voor veel mensen hun dagelijkse werkplek, maar voor mij is het een magisch moment om de Tweede Kamer te betreden. Na de security check, waarbij zelfs mijn riem af moet, treed ik het centrum van de politieke macht binnen voor mijn gesprek met Alexander Pechtold in zijn natuurlijk habitat. Gebouw J (het historische voormalig ministerie van Justitie) was 40 jaar lang het exclusieve terrein van het CDA. Na de halvering bij de verkiezing van juni 2010 moeten ze tandenknarsend het pand delen met Groenlinks op de begane grond en D66 op de 3e verdieping. Ingeklemd tussen twee progressief liberale partijen is de nederlaag in het dagelijkse leven van de CDAers pijnlijk gematerialiseerd.
Op het moment dat ik braaf wachtend mijn mail en twitter volledig bijgewerkt heb, komt Alexander luid kwinkslagen makend zijn kamer uit met zijn fractiemedewerkers. Na een warm welkom meldt hij me dat ik nog even geduld moet hebben. De premier van Aruba is in het pand en wil hem even de hand schudden. Met vooruitziende blik had ik mijn hele agenda maar vrij gehouden, dus dat geeft me de mogelijkheid tot een ‘guided tour door persvoorlichter Daan Bonenkamp.
Twee plekken in gebouw J springen er duidelijk uit. Het prachtige trappenhuis en de handelingenkamer met daarin alle stenografische verslagen van de Tweede Kamer vergaderingen vanaf 1811. Midden in deze prachtige ruimte staat een grote tafel. Wat mij betreft een geweldige plek om in alle rust te schrijven terwijl de historie van twee honderd jaar op je neer kijkt. Terwijl ik nog even sta te praten met Daan voor de werkkamer van Alexander, zwaait de zware houten deur open. De premier van Aruba en zijn gevolg nemen afscheid en ook ik – als toevallige passant – krijg een ferme handdruk. Het gesprek gaat beginnen.
Wat is leiderschap voor jou?
Ik ben niet iemand van de leiderschapstijlen. Ik zoek niet of ik dit of dat model ben. En ik ben ook niet van de voorbeeldfiguren als Mandela, Clinton en Gandi. Dat is allemaal prachtig, maar ik shop meer bij mensen in mijn nabijheid. Mijn vader, Van Mierlo en Wolkers waren elk op hun eigen wijze invloedrijk zo rond mijn 15e.
Toen ik net geinteresseerd raakte in politiek, was Van Mierlo een grote inspiratie bron. Hij had het vermogen om maatschappelijke zaken te duiden en het een wending te geven zodat je dacht: ‘Dat is het. Ik loop er zelf al een hele tijd over na te denken, maar zo hoor je dat te formuleren.’ Ik gebruik dat elke dag bij de interruptiemicrofoon, maar dan wel op mijn eigen manier.
Maar ook Burgemeester Goekoop van Leiden was een baken voor mij. Bij de installatie van twee raadsleden van de Centrumpartij dreigde het mis te lopen. Hij hield de politie tegen die wilde ingrijpen, pakte de microfoon en begon de publieke tribune toe te spreken over de democratie. Daarna installeerde hij de twee kerels en Leiden was daarmee een van de weinige plaatsen waar het rustig bleef.
Echtheid
De enorme invloed van het beeld in ons dagelijks leven heeft ervoor gezorgd dat mensen een zintuig hebben ontwikkelt om echtheid van onechtheid te onderscheiden. Je ruikt gewoon wanneer iemand het niet meent, doorleeft heeft, zelf bedacht heeft.
Wolkers was zo’n authentiek mens. Volledig wars van conventies en een groot multitalent. Hij was ongegeneerd zichzelf. Dat is waarvan ik probeer iets meer te hebben. Dat betekent overigens niet dat ik in mijn blote kont op de omslag van een boekje ga staan. Wolkers kon dat, terwijl het bij een ander plat zou zijn.
Rechtvaardigheid
Bij mijn vader zat het er al heel fel in, dat heb ik van hem meegekregen. Hij zat in de aannemerij en werd wel de Gentlemen aannemer genoemd op basis van zijn omgangsvormen en de wijze waarop hij zaken deed.
In het klein heb ik bijvoorbeeld sneller door wanneer er iemand voordringt bij de bakker. Dan benoem ik dat hardop en geniet van het effect. In het groot maak ik me bijvoorbeeld druk over de besluitvorming rondom de inval in Irak. Dat mensen foute inschattingen maken kan gebeuren. Maar dat je een natie het recht ontneemt om ervan te leren, dan vlieg ik uit elkaar. Mijn hele gedoe met Wilders is er op gebaseerd. Ik heb niks met de Islam. Maar hij stigmatiseert mensen, dan voel ik de onmacht. Het zal je maar gebeuren.
Goed leider
Een goed leider trekt kritische geesten aan in plaats van ze af te stoten. En heeft de lef om mensen in zijn omgeving te dulden die eigenlijk beter zijn. Na de strijd om het lijsttrekkerschap met Lousewies van der Laan is het gelukt om de beide kampen in de partij weer samen te brengen. Er zitten nog mensen op posities binnen D66 die Lousewies’ campagne voerden. De stagiair van Lousewies ging er na de strijd van uit dat ze weg moest. Ik heb toen aangegeven dat ik er geen probleem mee had. Integendeel, hij heeft het me in de strijd om het leiderschap verrekte moeilijk gemaakt, dus ik ging er vanuit dat hij goed was.
Hoe komt het dat je een leider bent?
Het zijn een paar dingen: Je graag met dingen willen bemoeien. Geregeld het gevoel hebben: ‘Mijn hemel dat kan ik beter.’ En het gevoel dat je het in dat soort functies voor elkaar kan krijgen. Als je een probleem ziet, kan je het heel groot maken en er afstand nemen en je laten frustreren. Of je kan zelf op die sokkel gaan staan en mee sturen.
Waarom denk je dat jij er wat aan kan veranderen?
Daar zit, hoewel ik 44 ben, iets waar ik voor mezelf nog niet achter ben. Maar anderen waarderen dat ik het doe. Die zeggen: ‘Nou dat moet jij doen.’ Het is bij mij geen bescheidenheid of mijn eigen ambitie. Maar de wisselwerking tussen zelf registreren wat er mis is, ideeen hebben hoe het anders kan en anderen die aangeven dat ze er vertrouwen in zouden hebben als ik het zou doen.
Wie geven leiding aan verandering?
Er zijn een hoop meningen, maar de verantwoordelijkheid om wat met die mening te doen ontbreekt bij velen. We zijn een samenleving waar we vragen om leiderschap, maar datzelfde leiderschap niet waarderen. Datzelfde geldt voor professionaliteit. De politie agent moet zelf weer beslissingen nemen in plaats van de halve dag formulieren vol schrijven. Dat geldt ook voor de jeugdzorger enzovoorts. Gevaarlijk is het als je mensen niet meer zelf laat denken, maar de verantwoordelijkheid ergens anders legt.
En de grote leider?
Het wachten op de grote leider is onzin. Dat is hetzelfde als wachten op die man die ook nog eens terug zou komen (glimlach). Leiderschap is een reis tussen twee stations. Je treft wat aan en laat wat achter. Het is dus nooit af.
Dit blog is geschreven in het kader van het boek dat ik aan het schrijven ben over leiderschap: Boven het maaiveld
0 Comments